De juiste activiteiten aanbieden

1. Bepaal de beginsituatie van uw kind

Het is heel belangrijk dat u goed inzicht heeft op de taalmogelijkheden van uw kind. In eerste instantie kunt u proberen een inschatting te maken van de capaciteiten en mogelijkheden van uw kind. Begrijpt uw kind opdrachtjes van twee woorden? Is uw kind duidelijk verstaanbaar? Dat zijn vragen die u aan zichzelf kunt stellen.

Tip: U kunt op deze site onder het kopje ‘taalachterstand, verloop van de taalontwikkeling’ kijken wat de gemiddelde kwaliteiten zijn van een kind met betrekking tot de taal. Het kan een hulpmiddel zijn bij het maken van een inschatting. 

Een tweede optie is om op school van uw kind na te gaan, hoe de leerkracht de taalontwikkeling van uw zoon / dochter ervaart. Zij hebben vaak goed zicht op de onderdelen waar het kind extra ondersteuning in kan gebruiken.

Ook zijn er online verschillende taaltesten te vinden. Wij hebben ervoor gekozen deze niet op de site te zetten, omdat wij niet weten in hoeverre de resultaten betrouwbaar en realistisch zijn. Persoonlijk hebben wij meer vertrouwen in de verschillende toetsen en testen in het onderwijs.

2. Bepaal de doelstelling van de taalopdracht

Wanneer u een duidelijk beeld heeft van de beginsituatie van uw kind, kan er een doelstelling worden bedacht. Een doelstelling bepalen van de taalopdracht betekent dat u gaat verwoorden wat u uw kind wilt gaan leren. De doelstelling kan op verschillende niveaus betrekking hebben. Bijvoorbeeld op het spreken, of op het schrijven van een tekst.

Zorg daarbij voor kleine, haalbare doelstellingen. U kunt niet van uw kind verwachten dat wanneer uw kind moeilijk kan lezen, na twee weken vloeiend een tekst kan oplezen. Een haalbaar doel kan bijvoorbeeld zijn: Ik laat mijn kind vandaag plaatjes zien en ik benoem daarbij wat er op het plaatje te zien is. Mijn kind kan na deze oefening drie voorwerpen onthouden en benoemen. Wanneer u de activiteit op een ander tijdstip herhaalt, kan de doelstelling zijn: Mijn kind kan 5 woordjes benoemen aan de hand van de plaatjes.

3. Motiveer uw kind

Er zijn verschillende manier om het kind te motiveren voor een activiteit:

  • Voor uw kind is het erg belangrijk om succeservaringen te boeken. Daarmee wordt bedoeld dat het goed voor uw kind is, wanneer het hem / haar lukt om een opdracht te foutloos te maken. Begin daarom altijd met makkelijke opdrachten. Pas een activiteit aan, wanneer het te moeilijk is of help uw kind.
  • Zorg voor onderwerpen / materialen die uw kind interessant vind. Voor een kind van 4 / 5 jaar is een prentenboek heel indrukwekkend. Door de mooie tekening kan een verhaal gaan leven. Voor een ouder kind is een uitdagend boek misschien wel veel interessanter.

4. Geef een duidelijke uitleg

Als u samen met uw kind een opdracht gaat uitvoeren, bereidt u zich dan goed voor. Zorg ervoor dat uzelf goed voor ogen heeft wat de opdracht inhoudt. Zorg ook voor de juiste antwoorden, zodat u uw kind niet iets fouts aanleert. Iets fout aanleren is in praktijk vaak weer moeilijk om af te leren. Wees daarom zorgvuldig!

5. Kies een werkvorm

Voor uw kind is het erg leuk als er afwisseling zit in taalactiviteiten. Iedere keer samen een boek lezen kan saai gaan worden voor uw kind. Wissel af in de verschillende werkvormen: rollenspel, krantenartikel schrijven, gesprekjes voeren, interviewen enz.

6. Zoek er uitdagend materiaal bij

Zorg ervoor dat u creatief bent in het zoeken van materiaal. U kunt boeken gebruiken, maar er is veel meer materiaal te vinden. Enkele voorbeelden: kranten, strips, televisieprogramma’s en nog veel meer.

7. Evalueer de activiteit

Het is altijd belangrijk om na te gaan of:

  • Uw kind plezier heeft ervaren met de activiteit. Zo niet, vraag dan eens aan uw kind wat het leuk vind om te doen en stem je activiteit daarop af.
  • De doelstelling bereikt is.
  • Vond u het zelf een leuke activiteit om te geven? Wat ging er goed en wat kan beter?